(Auteur: Sanne Witte) Ook wie de presidentskandidaatsverkiezingen niet op de voet volgt is vast bekend met het fenomeen Donald Trump. Iemand waar wereldwijd bekende psychologen publiekelijk hun zorgen over uitspreken.
Dergelijke publicaties zijn buitengewoon. De American Psychiatric Association schrijft immers haar beroepsgroep voor personen die zij niet zelf hebben onderzocht niet te becommentariëren, zij acht dit onethisch. Juist en vooral als het gaat om publieke figuren. Zegt de massale schending van deze code iets over de zorgen die binnen de beroepsgroep leeft? Na Trumps eerste optredens was ik er van overtuigd dat hij snel weer van het politieke toneel zou verdwijnen. Welke Amerikaan wil er nu een president met narcistische trekken, die anderen publiekelijk respectloos behandelt? Het is inmiddels juni en volgens de laatste peilingen is er een reële kans dat hij de volgende president wordt.
Er gaan vele theorieën de ronde over hoe Trump zo succesvol op het politieke schaakbord is geworden. Wat mij bezig houdt heeft niet betrekking op zijn politieke spel maar zijn persoonlijkheid. Hij is te typeren als een nemer, iemand die egoïstisch is ingesteld en over lijken lijkt te willen gaan voor zijn eigen belang. Trump is niet alleen op de wereld. Denk aan andere graaiende alfamannen, de hebberige bankiers en de figuren uit de (semi-) publieke sector met salarissen die tot het plafond rijken. Allen lijken nemers. Zou het zo kunnen zijn dat je alleen met een egocentrische persoonlijkheid zo succesvol kunt worden en blijven? Dat je alleen de focus op jezelf moet leggen om aan de top te kunnen staan en daar niet van af gegooid te worden?
Allereerst is het raadzaam om af te bakenen welke subgroepen er binnen dit vraagstuk zijn en wat maakt dat je tot zo’n subgroep behoort of juist niet. Zo’n subgroep bestaat uit personen die dat typerende gedrag vertonen voor het grootste deel van de dag.
- De nemer, een egoïst, ziet zichzelf als enige prioriteit. De nemer denkt dat winnen alleen mogelijk is als er ook verliezers zijn. Het leven is een competitie, je wordt gegeten of je bent de eter en wanneer je jezelf niet op nummer één zet doet niemand anders dat. Het eigen belang staat voorop en hier wordt dan ook naar gehandeld. De nemer is dus vooral met zichzelf bezig, ze promoten zichzelf en zorgen dat ze erkenning voor hun werk krijgen. Anderen krijgen alleen waardering als de nemer profijt van hen kan hebben. Een wederdienst, hulp of ondersteuning volgt zelden. Bij de nemer is de traditionele theorie de ‘Rationele Economische Mens’ van toepassing. Deze theorie gaat ervan uit dat mensen hun keuzes baseren op rationeel denken. Kenmerkend is dat daarbij altijd een afweging wordt gemaakt tussen keuzemogelijkheden. Na het maken van een logische, rationele afweging van alle potentiele keuzes volgt er een beslissing waar het maximaal haalbare voor het individu voorop staat. Het individu zal dus kiezen voor datgene wat het gunstigste is voor hemzelf.
- De gever, een altruïst, geeft belangeloos tijd, aandacht en kennis. Zij vinden het fijn om anderen te helpen en hoeven hier niets voor terug. De psychologische achtergrond van de gever kent verscheidende theorieën. Er zijn uiteenlopende ideeën over de oorzaken en gevolgen van onbaatzuchtig gedrag. Een er van is een stroming die zich baseert op de evolutie, in feite blindelings dat de overleving van genen wordt begunstigd door de dieren die elkaar bleken te helpen. Wat is de achterliggende drijfveer van het geven? Edelmoedigheid is een vrij simplistisch verklaarde oorzaak. Wanneer het ingewikkelder wordt toegelicht worden er allerlei dubbele bodems en tegenstrijdigheden, onbewuste en schijnbaar irrationele drijfveren genoemd. We geven bijvoorbeeld ook om een goed gevoel te krijgen over jezelf als persoon. Een bijkomend voordeel zou zijn dat de buitenwereld deze ‘gevende’ handelingen opmerken, je hier mee complimenteert en een positief beeld van je krijgt.
- Volgens een andere stroming speelt ook de halfbewuste verwachting van wederkerigheid een rol. Wanneer er een handeling plaatsvind die in het voordeel is van de ander, wordt er op gerekend dat diegene het ook voor de gever zou doen, mocht dat ooit nodig blijken. Deze achterliggende gedachte past bij de groep matchers, ook wel uitruilers genoemd. Wederkerigheid bij geven is dus een heel dwingende sociale norm en is te typeren als een soort sociale boekhouding. De matcher leeft dus volgens het principe ‘voor wat hoort wat’.
Er kan nu dus gesproken worden van drie subgroepen; de gevers, de nemers en de matchers. Nu is de vraag welke van deze groepen is het succesvolst op de carrièreladder; de Trump, de Ghandi of de boekhouder?
Onderaan de ladder is de gever oververtegenwoordigd, zij zijn het minst succesvol in het werk dat ze verrichten en behalen de minste successen. Een gevende stijl kan namelijk tot een beroerde positie leiden: wie altijd alles voor een ander over heeft loopt het risico om een voetveeg te worden en opgebrand te raken, door constant in de ander te investeren en onvoldoende tijd en energie over te houden voor zichzelf. Hoopvol genoeg, zou er gezegd kunnen worden, staat bovenaan de carrièreladder niet de nemer. De nemers zijn niet het succesvolste op de carrière ladder omdat ze deze wel sneller weten te beklimmen maar ook sneller weer een terugval maken. De oorzaak hiervan is de matcher. Wanneer zij ergens nemers-gedrag waarnemen en het dus niet gaat volgens het geven en nemen principe, proberen ze hier een stokje voor te steken. Zij zijn allergisch voor de combinatie egocentrisch en succesvol. Maar er is nog een groep die de nemers bedreigt, het eigen soort. Een nemer kan het niet aanzien om iemand anders successen te zien behalen. Dat maakt het voor de nemer nog lastiger om succesvol te zijn en succesvol te blijven. Maar wie is dan het succesvolst? Het is niet de oververtegenwoordigde groep matcher, deze staat in het midden, maar de gever. Aan beide kanten van het spectrum vind je ze terug. Het grootste verschil tussen de succesvolle gever en onsuccesvolle gever is dat de succesvolle variant durft te vragen om ondersteuning. Zo weet de omgeving wanneer en wat voor een hulp iemand nodig heeft. Daarbij is strategische behulpzaamheid ook belangrijk, je dient een combinatie te maken tussen behulpzaamheid en aan jezelf denken. Dit klink paradoxaal maar uit onderzoek blijken eigenbelang en altruïsme onafhankelijke motivaties te zijn.
Als gever breng je jezelf niet alleen hogerop maar ook anderen door ze te helpen. Succesvolle gevers zijn net zo ambitieus als succesvolle nemers. Het verschil tussen deze twee zit hem in het feit dat het succes van de gevers blijvend is. Nu blijft er nog een vraag hangen. Zal Trump onderuit gaan omdat zijn nemers-stijl leidt tot korte termijn succes, of is hij toch meer een gever dan ik denk te zien?
- Grant, A. (2013). Give and Take. Londen: Orion Publishing Co
- Tiemeijer, W.L., Thomas, C.A., & Prast, H.M. (2009). De menselijke beslisser. Amsterdam: Amsterdam University Press.
- Van Ginneken, J. (2010). Gek met geld. Amsterdam: Uitgeverij Bussiness Contact