(Auteur: Sanne Witte) Vrijdag de dertiende zoals nooit eerder meegemaakt. Het CMO spreekt van ‘barbaarse, laffe, onmenselijke terreuraanslagen tegen de Franse samenleving en in feite de gehele mensheid’ (NOS). Zaterdagochtend, het nieuws, een Nederlander die ontzet en verbouwereerd de gijzeling in het theater le Bataclan beschrijft. Hij kon niet met zekerheid zeggen hoeveel mannen het geweest waren, maar één kon hij duidelijk voor de geest halen. De man die bij ingang van de zaal stond met een Kalasjnikov, vurend op de menigte. Naast zijn uiterlijk was ook zijn houding bijgebleven. Hij had geen zenuwachtige indruk gemaakt, iets wat ook andere omstanders was opgevallen. Hij stond daar, kalm en vastberaden.
Als er aan de Nederlandse man was gevraagd of hij hetzelfde had kunnen doen, dan had hij je vol afschuw aangekeken. Er had geen vreemdere vraag gesteld kunnen worden in zijn ogen. Wat maakt dat deze man het wel kon? Zijn participatie aan deze aanslag duidde er niet op dat hij het zou omschrijven als een handeling die te onmenselijk voor woorden was.
Milgram plaatste ook zo zijn vraagtekens bij de goedheid van de mens. Hij startte
, verbouwereerd door de verrichte gruweldaden van de Nazi’s in de Tweede Wereldoorlog. Wat voor een type mens is tot zoiets in staat? Het onderzoek dat hier antwoord op moest gaan geven betrof testpersonen die de taak kregen om een zogenoemde ‘leerling’ een stroomschok te geven wanneer deze een incorrect antwoord gaf op de voorgelegde vraag. De leraren, die in de veronderstelling verkeerden dat het onderzoek draaide om het effect dat straffen hadden op leergedrag, werden zonder dat ze het door hadden gefilmd. De uitkomsten waren schokkend; 65 procent van de uitvoerders bleef de proefleider gehoorzamen en eindigden met de heftigste schok van 450 volt. De uitvoerders gingen door ondanks dat het slachtoffer het uitschreeuwde van de pijn en uiteindelijk bewusteloos raakte. Dit experiment is herhaald in Nederland, Spanje, Jordanië, de Verenigde Staten, Duitsland en Frankrijk. Bij allen rolde er hetzelfde resultaat uit (Fiske, Haris & Cuddy,2004; Zimbardo, Johnson & MacCann, 2009). We kunnen aan de hand van deze numerieke uitslagen dus stellen dat het niet een selectieve groep is die tot dit gedrag in staat is. Wanneer het beeldmateriaal bekeken wordt, valt er overigens iets op.Het grootste deel van de leraren ging niet met een uitdrukkingsloos gezicht en zonder enige vorm van remming door, in tegendeel. Een van de deelnemers van het experiment van Derren Brown (2007), een replica van Milgram, vroeg meerdere malen of het geen blijvende schade op zou leveren en maakte zich oprecht zorgen over de staat van de leerling. Toch volgde er geen directe handeling. Waarom niet? Wanneer iets intern niet goed voelt, wordt hier toch naar geluisterd? Is onze handeling niet gebaseerd op onze eigen gevoelens, gedachten en bovenal normen?
Het experiment van Milgram is meerdere malen onder de loep genomen. Wat blijkt: we passen ons gedrag gewoonlijk aan de eis van de sociale situatie aan. In ambigue situaties reageren we op de cues die we afleiden uit het gedrag van anderen (Zimbardo, Johnson & MacCann, 2009). In dit geval was het de leraar die constant van de proefleider instructies kreeg en aandrong om verder te gaan met het onderzoek.
Om dit gedrag te begrijpen zijn er twee belangrijke begrippen, namelijk situationisme en dispotisionalisme. Situationisme gaat ervan uit dat de externe omgeving of de gedragsmatige context, onze gedachten, gevoelens en gedragingen op een subtiele, maar krachtige manier kunnen beïnvloeden. Maar kan sociale druk, ofwel de psychische kracht van de omgeving, zo sterk zijn dat mensen zich aanpassen aan een groepsnorm die duidelijk en objectief fout is? Zou een groep vreemden je ertoe kunnen brengen de wereld door hun vertekende blik te gaan zien? Op dit soort vragen probeerde Solomon Asch (1940, 1956) een antwoord te vinden. De druk om zich aan de groepsnorm te conformeren, won het van de druk te geloven wat de ogen en hersenen aan de geest melden. Sociaal psychologen noemen dit
Zou de mens per direct als onmens door het leven moeten na het bovenstaande? Wanneer je concludeert van wel, vergeet dan niet dat dispotionalisme nog niet aan bod is geweest. Dispotisionalisme is de tendens binnen het individu te zoeken naar het antwoord op de vraag waarom iemand op een bepaalde wijze heeft gehandeld (Zimbardo, Johnson & MacCann, 2009). Uiteindelijk heeft 35 procent van de testpersonen van Milgram intern besloten dat dit naar eigen zeggen te ver ging. Ze weigerden langer mee te werken aan het onderzoek ondanks de druk die de proefleider uitoefende. De interne normen die ze hanteerden bezweken niet onder de druk van externe cues en waren dus in zo’n mate aanwezig dat het leidde tot gedrag conform de waarden en normen van het individu. Wanneer we in ons achterhoofd houden dat we onze eigen keuzes kunnen maken en dat in ambigue situaties dat soms lastiger is dan anders, ben ik er van overtuigd dat de mens zo slecht nog niet is. Slechts kwetsbaar.
Asch, S. E. (1940). Studies in the principles of judgments and attitudes: 11. Determination of judgements by group an by ego standards. Journal of Social Psychology, 12, 433-465.
Asch, S. E. (1956). Studies of independence and conformity: A minority of one against a unanimous majority. Psychological Monographs, 70, (9, Whole No. 417).
Derren Brown (2007). Milgram Experiment (Derren Brown). Opgehaald op 22 december van
Fiske, S.T., Harris, L.T., & Cuddy, A.J.C. (2004). Why ordinary people torture enemy prisoners, Science, 306, 1482-1483.
NOS (2015). Nederlandse moslims veroordelen aanslagen Parijs. Opgehaald op 22 december van http://nos.nl/artikel/2069097-nederlandse-moslims-veroordelen-aanslagen-parijs.html
Zimbardo, P.G., Johnson R.L., & McCann, V. (2009). Psychologie een inleiding. Amsterdam: Pearson Benelux B.V.